Afke Bohle
Voor de zekerheid
In mijn jeugd kreeg mijn vader kanker, waar hij uiteindelijk aan overleed. Nu, vierentwintig jaar later, word ik opnieuw geconfronteerd met kanker bij een dierbare: mijn moeder heeft longkanker. Ik schrijf blogs over wat ik ontmoet in dat proces. Van binnen en van buiten.
‘En morgen ga IK bij oma logeren,’ zegt mijn dochter terwijl
ze haar kin in de lucht steekt en haar handen in haar zij zet. Het is het minste
wat ze kan doen nu we haar broer hier achterlaten voor een logeerpartij en zij
weer mee naar huis moet. Mijn moeder vraagt
of we nog een chocolaatje willen en pakt het glazen schaaltje met bonbons uit
de antieken kast van mijn oma. Het deurtje kraakt als ze het opent, het
herinnert me aan vroeger en alle mislukte pogingen om stiekem een snoepje te pakken als mijn moeder boven was (met het deurtje als spelbreker). En
aan de teleurstelling van, toen de kast nog bij mijn opa en oma stond, de buitgemaakte
maanvormige chocolaatjes die gevuld bleken met sinaasappelvulling in plaats van karamel.
Voordat we in de auto stappen en ik nee kan zeggen steekt
mijn moeder nog een rolletje drop in de jaszak van haar kleindochter. ‘Voor de terugreis,’ fluistert ze en geeft
mijn dochter een knipoog. Zoals altijd zeg ik: ‘Blijf nou binnen, zwaai maar voor het raam’ en antwoordt zij: ‘Ach welnee Af, ik kan toch best even mee
naar buiten.’ Waarna ze mijn blik
negeert, haar jas aanschiet en naar buiten stapt terwijl ze met één hand de uiteinden
van haar kraag bij elkaar houdt.
De wind blaast haar haren alle kanten op en de lucht dreigt
met een volgende hagelbui. Haar stem komt maar net boven het geruis van de
bomen uit die naast haar huis staan. Dikke indrukwekkende reuzen, ooit begonnen
als lange jonge sprieten in een nieuwbouwwijk zonder groen. ‘O ja ik ga nog even een
foto laten maken maandag. Voor de zekerheid.’ ‘Wat is er maandag?’ roep ik terwijl
ik de naar mijn ouderlijk huis ruikende tas gevuld met shampoo, een kooktijdschrift
en vakantiezakgeld voor de kinderen achterin in de auto zet.
‘Een foto, je weet wel, voor dat kuchje, ja het zal wel niks
zijn, maar de huisarts zei: ‘voor de zekerheid’ dus ja’ Ze trekt aan mijn rok en terwijl ik het ding direct
terug in de oude positie manoeuvreer zeg ik dat een foto nooit kwaad kan . ‘Ja
hij zat scheef hoor,’ zegt ze met de triomfantelijke blik die ik ken. ‘Er zal
wel niets zijn.’ ‘Nee dat denk ik ook niet, maar goed, dan weet je het maar zeker,’
antwoord ik. ‘Stuur je nog een berichtje
als je thuis bent?’ vraagt ze. ‘Nee,’ roep ik en dan lachen we om
elkaars eigenwijsheid. Zoals altijd.
In de auto vraagt mijn dochter waarom oma met háár nog niet durft te logeren en ik probeer een voor een vierjarige acceptabele verklaring te vinden. ‘Maar anders kan ik nooit meer logeren en dat duurt nog zo lang,’ zegt ze. Ik kijk naar mijn dochter die volhardend en stellig is als ze eenmaal iets in haar hoofd heeft. Ik denk aan mijn moeder van wie niemand gelooft dat ze al zo oud is en die minstens honderdvijf gaat worden met haar onverwoestbare lijf. Misschien moet ik toch eens uitzoeken hoe zo'n alarmketting werkt. 'Ben je gek, dat is voor oude mensen.' Ik hoor het haar al zeggen. Maar voor de zekerheid. Dus ja.
(wordt vervolgd)
Foto: Hans Braxmeier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten